“Werkplekleren moet centraal komen te staan in de zorg”
Noëlle van ’t Hek werkt al bijna 15 jaar als Learning & Development expert bij L&D Talents. In de interne kennissessie ‘Master aan het woord’ vertelt ze over het belang van werkplekleren in de zorg. ‘Om zorgprofessionals te behouden, is het belangrijk dat de manier van opleiden efficiënter én flexibeler wordt.’
Noëlle werkt sinds oktober 2020 aan een complex landelijk implementatieproject om opleidingen voor gespecialiseerd verpleegkundigen en medisch ondersteunende zorgprofessionals flexibeler en innovatiever vorm te geven. Dit doet ze in opdracht van het Albert Schweitzer ziekenhuis (ASz) in Dordrecht. Daarnaast trainde zij - als één van de 25 CZO Flex Level netwerktrainers - meer dan 160 lokale trainers uit de Nederlandse zorginstellingen in het nieuwe gedachtegoed over deze opleidingen.
Wat was de aanleiding van deze implementatie-opdracht?
‘Dat was het CZO Flex Level programma. CZO Flex Level is een landelijk project in het veld van gespecialiseerde verpleegkundige vervolgopleidingen (VVO) en medisch ondersteunende opleidingen (MOO)’, vertelt Noëlle. ‘Het project is een initiatief van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Nederlandse Federatie van Universitair medische centra (NFU). Het project CZO Flex Level staat voor een nieuw, modulair en flexibel onderwijsstelsel. Het nieuwe, flexibelere stelsel zorgt ervoor dat het opleiden van gespecialiseerde verpleegkundigen en medische ondersteuners efficiënter wordt, dat er meer mogelijkheden zijn voor gepersonaliseerde leerroutes én dat er meer in- en doorstroommogelijkheden ontstaan. Werkplekleren is hierbij hét kernbegrip. De verantwoordelijkheid voor het opleiden van professionals in opleiding (PIO’s) ligt nu nog veel meer in de praktijk ligt dan voorheen. En dat is een grote uitdaging binnen dit project.’
Wat houdt flexibeler opleiden in?
‘Het flexibele - én dus het aantrekkelijke - van het nieuwe stelsel, komt op meerdere manieren terug. Allereerst is flexibel opleiden het opleiden voor de eigen werkplek. Een student leert alleen díe beroepsactiviteiten die voorkomen op de eigen werkplek en waarin zij of hij dus ook bekwaam kan blijven. Door goed te kiezen, komt flexibeler - en daardoor soms sneller opleiden - écht van de grond. Bij flexibel opleiden gaat het ook over hoe iedere zorgprofessional continu de gelegenheid krijgt om zich te ontwikkelen. Zodat zij blijven innoveren én gemotiveerd blijven. De belangrijkste leereenheden, of bouwstenen, voor de opleidingen zijn de beroepsactiviteiten. Beroepsactiviteiten noemen we ook wel EPA’s, wat staat voor Entrustable Professional Activity. De belangrijkste EPA’s zijn kern- en specifieke EPA’s. Kern-EPA’s zijn verplicht om een diploma te kunnen behalen. Specifieke EPA’s zijn afhankelijk van de context waarin een student of zorgprofessional werkt.’
Kun je een voorbeeld geven van flexibeler opleiden?
‘Ja, zeker. Iedere PIO die een opleiding tot Kinderverpleegkundige volgt in een zorginstelling, behaalt voor een diploma alle kern-EPA’s. Voor sommige PIO’s die werkzaam zijn in een kleiner algemeen ziekenhuis, bestaat de leerroute alleen uit de complete set kern-EPA’s. Zij leren dan alleen de beroepsactiviteiten die voorkomen op hun werkplek. Voor andere studenten, zoals in het ASz, bestaat de leerroute óók uit specifieke EPA’s omdat die in het ASz óók voorkomen. Specifieke EPA’s zijn alleen te behalen op afdelingen of in organisaties met een specifieke taakstelling, zorgtaak of op een afdeling met een specifieke patiëntencategorie.
Neem bijvoorbeeld de beroepsactiviteit ‘Zorg verlenen aan een kind dat een complexe chirurgische ingreep ondergaat’. Niet iedere kinderafdeling heeft die categorie patiënten. Alleen voor kinderverpleegkundigen in opleiding die werken in een ziekenhuis waar deze zorg voorkomt, hoort deze specifieke EPA bij hun leerroute en dus opleiding. Een ander voorbeeld waarin ik de flexibiliteit beschrijf is het volgende: stel dat je obstetrie verpleegkundige bent en je bent erin geïnteresseerd om óók zorg te verlenen op de kinderafdeling. Dan zou je in het nieuwe opleidingsstelsel een aantal EPA’s kunnen volgen om bekwaam inzetbaar te zijn op de verpleegkundige kinderafdeling.
Wat vraagt flexibel opleiden van de begeleiders op de werkvloer?
‘Ontzettend veel flexibiliteit. Zij zijn een essentiële schakel in de vernieuwing van het opleidingsstelsel. Zonder een goed gemotiveerd en didactisch uitgerust begeleidingsapparaat, wordt het een lastige opgave. Zij zijn het die het formatieve proces van PIO’s begeleiden en de beroepssituaties aan PIO’s toevertrouwen.’
Wat was precies de vraag vanuit het Albert Schweitzer ziekenhuis?
‘In oktober 2020 vroeg het Albert Schweitzer ziekenhuis (ASz) mij om de projectleider te worden voor de CZO Flex Level implementatie in het ASz. In co-creatie draag ik zorg voor de herziening van opleidingen. Belangrijke speerpunten uit de landelijke opdracht zijn: (1) zet werkplekleren centraal, (2) zorg voor een optimale in- en doorstroom door flexibilisering, en (3) zorg voor modernisering van de opleiding. Daarnaast moeten de instellingen deelnemen in verschillende opleidingsnetwerken. Een vrij complexe opdracht dus.
Dit doe ik natuurlijk niet alleen. Samen met het projectteam CZO Flex Level werken we hard aan deze grote uitdaging. We kijken continu naar wat de zorgprofessionals op de werkvloer nodig hebben om de stappen richting het nieuwe onderwijsstelsel te kunnen maken. We moeten ervoor waken dat zij niet overbelast raken, want er komt heel veel op hen af. De implementatie begon bijvoorbeeld op de Intensive Care, precies toen COVID-19 uitbrak. Ik heb diepe respect voor de veerkracht die de zorgprofessionals lieten zien. Ga er maar aanstaan om in die tijd te starten met PIO’s opleiden volgens de nieuwe richtlijnen. Niet alleen in het ASz, maar in heel Nederland begon de implementatie bij de acute zorgopleidingen.’
Hoe heb je implementatietraject aangepakt?
‘Ik wist direct dat de meeste kans voor een succesvolle implementatie lag in het aanleggen van in- en externe netwerken. Daar ben ik vanaf dag één mee begonnen. Als projectleider zag ik het als mijn taak om - overstijgend over de afdelingen heen - de samenwerking op afdelingen te stimuleren. Maar ook om met collega projectleiders uit andere ziekenhuizen te onderzoeken op welke fronten we konden samenwerken. Tegelijkertijd heb ik bij de start van mijn opdracht een analyse gemaakt van het ASz. Hoe ziet de organisatie van de verpleegkundige opleidingen binnen het ASz eruit? Welke kansen en bedreigingen heeft de nieuwe manier van opleiden? De grootste uitdagingen lagen bij het co-creëren, uniformeren, het toerusten van begeleiders op de nieuwe manier van opleiden en bij het werkplekleren. De vraag ‘Wat betekent flexibel, modern en werkplekgericht onderwijs voor de werk- en opleidingspraktijk?’ stelden we bij alle interventies centraal.
Allereerst is het projectteam CZO Flex Level de organisatie op poten gaan zetten. Zo vormden we vier werkgroepen, gebaseerd op de vier CZO clusters Acute zorg, Moeder en Kind, Langdurige zorg en MOO (medisch ondersteunende opleidingen). Iedere werkgroep heeft te maken met eigen opleidingen en daarbij behorende uitdagingen op de werkvloer. Praktijkopleiders worden op deze manier gestimuleerd na te denken over oplossingen met elkaar. De grootste kansen zag ik verder in het op een innovatieve manier vormgeven van werkplekleren in het ASz. PIO’s worden immers opgeleid in de zorginstellingen. Bovendien zijn de accenten voor beoordelen en toetsen door het nieuwe stelsel ook veel meer bij de praktijk komen te liggen.
Samen met een aantal praktijkinstellingen en ons projectteam ontwikkelde ik kaders voor performance ondersteuning op de werkplek om de EPA’s te kunnen duiden. Onder andere met ZorgSaam ziekenhuis, het Admiraal de Ruyter Ziekenhuis (Adrz), het Anthoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis (AVL) en het Prinses Máxima Centrum hebben we besloten om voor alle EPA’s werkplekleeroplossingen te maken, maar daarbij ook samen te werken. De opleidingspraktijk beschrijft bij iedere EPA de taken, stappen en bronnen die een zorgprofessional kan inzetten op zijn route voor bekwaamheid. Het mooie hierbij is dat het niet alleen voor de PIO ingezet kan worden, maar juist voor iedere zorgprofessional die zich bijvoorbeeld even minder bekwaam voelt.
Doordat we de EPA’s op deze manier in een digitale ondersteuning gieten, ontstaat er ook een versnelde inzage van de begeleidingspraktijk in de EPA’s en in de mogelijkheden tot flexibiliteit. Het is fantastisch ook om te zien hoe we dit zo met de verschillende projectleiders kunnen aanpakken. Vorige week bijvoorbeeld nog bespraken de praktijkopleiders van onze Kinder- en High Care Neonatologie hun uitwerking van de EPA’s met de praktijkopleiders van de andere praktijkinstellingen. Dat zijn echt unieke samenwerkingsvormen hoor. Kennisdeling over de duiding van de EPA’s vindt nu zowel binnen als buiten ons ziekenhuis plaats. De gesprekken bij deze kennisdeling gaan vaak ook over het feit hoe alle collega’s op de werkvloer mee kunnen krijgen in deze innovaties.’
Hoe gaat het nu?
‘De landelijke projectgroep CZO Flex Level beschrijft dit project altijd als een rijdende trein waar we inzitten, maar waar we ook zo af en toe uitvallen. En dat is precies wat het is. We zijn goed op weg in het ASz, maar doordat we soms te voortvarend zijn, maken we ook wel eens fouten. Wat goed gaat, zijn de deskundigheidstrainingen die over EPA gericht opleiden worden gegeven aan alle praktijk- en werkbegeleiders. Verder organiseren we werksessies om het met de praktijk te hebben over de organisatorische kant van het opleiden. We hebben een goed in- en extern netwerk opgebouwd, veel projecten worden in co creatie ontwikkeld
We hebben ook een uniform praktijkleerplan ontwikkeld waar alle opleidingen binnen het ASz mee werken. Het werkplekleren en onze visie daarop, gaat nu écht leven. Daar zijn we erg trots op. Alle vier de clusters werken met elkaar samen aan de digitale duiding van de EPA’s. We besteden veel aandacht aan het ontwikkelen voor performance support om alle zorgprofessionals maximaal te ondersteunen. We ontwikkelen filmpjes over toetsinstrumenten en een animatie over de inzet van werkplekleeroplossingen is in de maak. Kortom: we zijn best goed op de rit. Maar wat de allerbelangrijkste uitdaging blijft, is: ‘Hoe zorgen we ervoor dat de praktijk- en werkbegeleiders de nieuwe uitgangspunten van het opleiden ook daadwerkelijk kunnen uitvoeren op de werkvloer?’
Hoe neem je de huidige zorgprofessionals van het ASz mee in het EPA-gericht opleiden?
‘We informeren de werkgroepen en de praktijkopleiders continu over wat er van hen verwacht wordt. Maar de informatie moet natuurlijk wel aangepast worden aan de fase van implementatie waarin het cluster en de bijbehorende opleidingen zich bevinden. Voor iedere zorgafdeling hebben we daarom een stappenplan gemaakt voor EPA-gericht opleiden. Dit is een voorbeeld van een stappenplan voor de IC. Ook is er in de online leeromgeving van het ASz voor ieder cluster ondersteunend leermateriaal te vinden. Dit helpt de praktijk om snel, toegankelijk en overzichtelijk te leren op de werkplek. Hier kunnen zorgprofessionals aan de slag met een EPA. We hebben ook de poster ‘EPA-gericht opleiden’ ontwikkeld die we in het ziekenhuis ophangen. Er wordt uitgelegd wat EPA’s zijn en hoe deze worden ingezet bij het opleiden. Zo willen we iedereen meenemen in de nieuwe vorm van onderwijs voor gespecialiseerd verpleegkundigen en medisch ondersteuners.’
Extra materialen
Tijdens de kennissessie kwamen twee externe sprekers aan het woord. Wie zijn zij?
‘Dat zijn Nicole Liebers, onderwijsadviseur bij Zorgcollege, en Natasja Kalkman, adviseur leren en ontwikkelen bij Ambulance Rotterdam Rijnmond. Ze hebben zeer veel ervaring in de acute zorg als IC verpleegkundigen en als opleiders. Samen zijn zij ook eigenaar van Liebers&Kalkman, waarmee zij trainingen, coaching en advies geven voor succesvol praktijkleren in de zorg. Nicole en Natasja deelden hun ervaringen en dilemma’s die voorkomen bij het werkplekleren én bij toetsing op de werkplek. Zij ondersteunen mijn stelling dat je het als zorginstelling nog zo goed op orde kunt hebben, maar dat een geslaagde implementatie afhangt van de begeleiders in de praktijk. En daar heb je de praktijk zelf voor nodig. De centrale vraag tijdens de Masterclass was: mag je van de werkvloer wel zoveel didactische handelingen verwachten, terwijl er geen tijd/aandacht en misschien wel mogelijkheden voor zijn? Nicole en Natasja weten wat er echt nodig is op de werkvloer.
Nicole en ik waren samen CZO Flex Level netwerktrainer. In de 12 trainingen die wij landelijk verzorgden, zag ik hoe waardevol het is dat iemand vanuit eigen ervaring kan vertellen hoe het werkt en wat er voor nodig is om nog beter op te leiden. Natasja ken ik vanuit allerlei overleggen over EPA gericht opleiden. Zij was vanuit haar eerdere functie verantwoordelijk voor de implementatie op de acute zorgafdelingen en heeft dit samen met de praktijkopleiders vorm gegeven. De twee dames kennen echt de klappen van de zorgzweep.’
Wat vertelden zij tijdens de kennissessie?
‘Nicole en Natasja legden uit wat precies de verschillen zijn tussen het EPA gerichte opleiden en het ‘oude’ curriculum. Zij gaven uitleg over de voordelen van opleiden met EPA’s en de uitdagingen bij het begeleiden van de bekwaamheidsroute van studenten. Maar ook vertelden ze over de begeleidingsgroep die op basis van gegrond vertrouwen bekwaamheid moeten verklaren voor een EPA. Ze gingen in op de manieren waarop toetsen op de werkplek kan bijdragen aan dat vertrouwen. Maar ook welke rol feedback van verschillende begeleiders inzicht kan geven. En ze stonden uitgebreid stil bij het formatief handelen op de werkvloer. Het artikel Negen tips voor toetsing op de werkplek (Inge Pool, Saskia Hofstra, Marieke van der Horst, Olle ten Cate (2022) vormde bij hun toelichting van kansen een mooie rode draad.
Wat zijn je belangrijkste learnings geweest in dit traject?
‘Bouw een intern en extern netwerk op, zoek altijd de co-creatie met andere praktijkinstellingen en vergeet daarbij nooit de onderwijsinstellingen te betrekken. Ook is het belangrijk om na te denken hoe je een project kunt verduurzamen. Dus hoe de thema’s een vast onderdeel van het leerhuis worden als CZO Flex Level geen project meer is. Ik ben nu al aan het nadenken over het overdragen binnen de projectteams. We lopen met een aantal andere zorgpraktijken voorop in dit traject. Dat heeft voordelen, maar ook nadelen; je moet soms echt het wiel uitvinden. Het is daarom belangrijk om enthousiast te blijven en iedereen mee te nemen in de nieuwe werkwijze. En, ook ontzettend belangrijk: besteed de meeste oprechte aandacht aan zij die het moeten doen; in dit geval de begeleiders op de werkvloer. Daar ligt echt de sleutel tot flexibel en innovatief opleiden. Pas je tempo aan op wat zij nodig hebben en laat hen vooral goed gefaciliteerd werkplekopleiden in de zorg.’