"We ontwikkelen een uniek leer- en ontwikkelprogramma op basis van de verschillende competentieniveaus van de deelnemers"

De Heus Animal Nutrition is een internationaal opererende onderneming met als kernactiviteit de productie en vercommercialisering van hoogwaardige diervoeders.  De Heus is de afgelopen 10 jaar hard gegroeid en heeft inmiddels meer dan 70 fabrieken gesitueerd in tientallen landen, waaronder in Nederland, Vietnam, Brazilië, Polen, Zuid-Afrika en Spanje. Om plantmanagers uit verschillende landen de overkoepelende kennis, vaardigheden en waarden mee te geven die horen bij de functie ‘plantmanager’, vroegen zij aan L&D Talents ondersteuning om gezamenlijk inhoud te geven aan een hiervoor bestemd ‘ontwikkelprogramma’. L&D-expert Denise de Geit vertelt over het ‘Plantmanagers program’ dat we momenteel voor hen ontwikkelen.

Wat houdt een ‘Plantmanager program’ in?
“Plantmanagers zijn de leidinggevenden die eindverantwoordelijk zijn voor de aansturing van alle productieprocessen, zodat alle bestellingen conform specificatie op het juiste moment kunnen worden uitgeleverd aan de klanten. Je kunt je voorstellen dat je hier veel kennis en vaardigheden voor nodig hebt. Mijn collega Aimee Leijs heeft op basis van uitgebreide interviews  een programma ontworpen waarmee de junior plantmanagers opgeleid kunnen worden.”

Hoe is het programma opgebouwd?
“Op basis van de wensen van De Heus, de input van de doelgroep  en onze eigen expertise zijn er vier thema’s vastgesteld. Deze thema’s bestaan uit leerdoelen, die vooral behaald kunnen worden aan de hand van opdrachten op de werkvloer. Samen met mijn collega Esmee Mocking ontwikkel ik de inhoud voor deze thema’s. Op dit moment ben ik bijvoorbeeld bezig met het thema Leadership, met als hoofdfocus: ‘Welk leiderschap wordt er van mij gevraagd als plant manager bij De Heus en hoe geef ik dat vorm? Het programma is geheel in het Engels.

Hoe zorg je dat het programma past bij de verschillende niveaus van kennis en ervaring van de plantmanagers?
“Voordat een plant manager start met het programma, vult hij of zij apart én samen met de mentor en manager een zogeheten ‘Development form’ in. Hiermee wordt bepaald welke onderdelen van het ‘plant managers program’ passen bij de huidige competenties van de plant manager. Dit betekent dat het programma voor niemand precies hetzelfde is. Juist door het programma af te stellen op persoonlijke leerbehoeften, voorkom je de ‘wasstraat’, waardoor de deelnemers kennis of vaardigheden leren waarover zij al beschikken, of die te ver van ze af staan. Dit maatwerk met ‘building blocks’ resulteert in een hoger leerrendement.  

Hoe is het om aan deze opdracht te werken?
“Het is heel gaaf om te werken aan een leertraject dat geheel nieuw is en wereldwijd wordt geïmplementeerd.  Dit doen we heel nadrukkelijk in samenwerking met de betrokkenen, waarbij het voor mij heel bijzonder is dat je het ene moment belt met iemand uit Rusland en het andere moment met iemand uit Myanmar. Ik leer hier enorm veel van, bijvoorbeeld hoe je met verschillende culturen omgaat en hoe de interactie kan verschillen. Daarnaast werk ik dus veel samen met collega’s, waar ik ontzettend enthousiast van word. Sparren en schakelen over wat de beste stap in het traject zou kunnen zijn en dus echt samen een tof product neerzetten is iets waar ik veel energie van krijg!

Wanneer is de opdracht voor jou geslaagd?
“De planning is dat we eind juni het ‘plant managers program’ hebben geïmplementeerd en de eerste pilotfase ingaan. Voor mij is het project geslaagd als er dan een kwalitatief goed en gestructureerd programma ligt waarmee de plantmanagers hun werk beter en makkelijker kunnen uitvoeren. Daarnaast vind ik het belangrijk om te monitoren hoe het programma loopt en op basis van eventuele feedback verbeteringen door te kunnen voeren. Ik ben van mening dat je dan écht inzicht krijgt in hoeverre het doel is bereikt.  Het fijne is dat we tijdens het ontwikkelen van het programma al terugkrijgen dat de plantmanagers niet kunnen wachten tot ze met hun eigen unieke programma  aan de slag kunnen!”

Wat neem je mee vanuit deze opdracht naar een volgende?
“Ik ben mij door de internationale insteek van deze opdracht vooral nog bewuster geworden van het feit dat er niet één manier van leren is die voor iedereen werkt. Door mensen écht te leren kennen en de verbinding aan te gaan krijg je zicht in de doelgroep. Dit stelt je in staat om vanuit die verbinding, te kunnen ‘co-creëren’ waardoor je écht samen aan de slag gaat om het beste resultaat te behalen.