"Gebruik een systeem voor je taken en afspraken zodat je weer ruimte krijgt in je hoofd"
Projectmanager Steven Couprie werkt inmiddels al acht jaar met veel plezier voor IT Infra Talents. Hij vertelt over het belang van het hebben van een systeem om dingen voor elkaar te krijgen, dat je nooit onhaalbare doelen moet stellen en hoe hij de rust in situaties brengt.
Wat valt je het meest op na acht jaar werken bij IT Infra Talents?
“Ik vind het heel gaaf dat ik via IT Infra Talents steeds weer bij nieuwe bedrijven ‘in de keuken’ mag kijken. Ik werk nu bijvoorbeeld bij RAM Infotechnology, waar ik een aantal van hun opdrachtgevers help om al hun IT door RAM te laten beheren. En ik heb opdrachten mogen doen voor Rijkswaterstaat, Dienst Uitvoering Onderwijs, ABN AMRO en KPN. Wat me het meest opvalt aan IT Infra Talents zelf is dat je veel persoonlijke aandacht krijgt. Je bent echt een persoon in plaats van een van de medewerkers. Toen mijn vader ernstig ziek was dachten ze mee hoe ik mijn werk nog kon uitvoeren. En ze denken aan details: mijn partner krijgt bijvoorbeeld ieder jaar een bloemetje op haar verjaardag omdat zij mij steunt in mijn werk.”
Je geeft je collega’s nu training in het bekende ‘Getting Things Done’. Hoe is dat ontstaan?
“Ik ben van nature niet heel gestructureerd, terwijl dit voor mijn werk enorm belangrijk is. Ik was daarom op zoek naar een manier om mijn werk beter te kunnen organiseren, zodat ik goed resultaat kon blijven leveren. Ik had al veel gelezen van David Allen, de schrijver van ‘Getting Things Done’. Hij geeft aan dat er nu zoveel informatiestromen op ons af komen, dat je moet kiezen wat je wel en niet toelaat om nog iets gedaan te kunnen krijgen. IT Infra Talents maakte met mij de deal dat als ik hierin opgeleid zou worden, ik het mezelf zó eigen moest maken dat ik bij wijze van ook trainingen kon geven. Of in de woorden van mijn business manager Martijn: “Je moet het ademen.” En dat is wat ik nu ook echt ben gaan doen: mijn collega’s helpen zodat ze alle prikkels die ze bij opdrachtgevers krijgen goed kunnen verwerken.”
Wat is de belangrijkste les die je hier zelf van hebt geleerd?
“Het is heel belangrijk om een systeem te hebben om je te helpen op het moment dat je het nodig hebt. Zo hoef je al je taken niet in je hoofd te houden en ontstaat er ruimte om de dingen te doen die je moet doen om je resultaat te behalen. Ik zorg daarnaast altijd dat ik open ben over de voortgang en vraag dit ook van mijn team. Ik heb liever dat ze aangeven dat ze iets niet gaan halen dan dat ik er zelf achter moet komen. Het is hierin enorm belangrijk om vooraf geen onhaalbare doelen te stellen en dus geen beloftes te maken die je niet kan waarmaken.”
Wat spreekt je het meest aan in projectmanagement?
“Ik heb technische informatica gestudeerd en kwam er tijdens mijn studie al snel achter dat ik het vooral fijn vind om mensen bij elkaar te brengen en sturing te geven aan het geheel. Als eerste opdracht vanuit Pink Roccade had ik een coachende rol en daar ben ik vervolgens in doorgegroeid, waarbij ik wel altijd affiniteit met techniek heb gehouden. Ik vind het heerlijk om mensen te stimuleren om met z’n allen hard te sleuren aan een project zodat we de deadline halen. En dit op een gestructureerde manier zodat we niet alle kanten op gaan.”
Op welke manier zorg je dat een project slaagt?
“Ik denk dat mijn kracht vooral ligt in het brengen van rust in een stressvolle situatie. Aan de ene kant door structuur aan te brengen: in kaart brengen wat er gedaan moet worden, in welke volgorde en tussentijds blijven monitoren of we nog de goede kant op gaan. Aan de andere kant krijg ik vaak terug dat ik vertrouwen uitstraal. Ik maak makkelijk contact met mensen en kan bijvoorbeeld conflicten goed oplossen. Door te luisteren naar beide kanten, in te leven in beide verhalen en begrip voor elkaar te creëren. Vaak blijkt het gewoon miscommunicatie te zijn; wordt net de verkeerde knop ingedrukt en slaan mensen op tilt omdat ze elkaar simpelweg niet begrijpen.”
Welk project is je het meest bijgebleven?
“Voor Rijkswaterstaat ging ik aan de slag om een systeem die de vaargeul van de Westerschelde in kaart bracht te laten migreren naar het Overheid Datacenter. Superspannend: Deze ‘vaarkaarten’ zijn zo enorm dynamisch dat je iedere zes dagen een volledig nieuwe kaart nodig hebt met de op dat moment mogelijke vaarroute. Je moet rekening houden met stromingen in de zee, deining, hoe hoog golven zijn, hoe hoog het water staat, wat de kwaliteit van het water is en nog veel meer. Als de kaart niet klopt komt een containerschip vast te liggen wat qua kosten in de miljarden loopt. Om nog niet te spreken over de kosten omdat de Antwerpse haven dan niet meer bereikbaar is. We hebben alle voorbereidingen getroffen, de juiste mensen aangeschakeld en tot in de treure getest, om uiteindelijk de migratie in negen maanden met succes op te leveren, binnen de vooraf gestelde deadline. Heel gaaf!”