Werken op afstand: met Arjo Miedema in gesprek vanuit zijn thuiswerkplek

Bij het zien van de thuiswerkplek van Executive Business Manager Arjo gaat mijn wenkbrauw niet omhoog van verbazing. Arjo’s laptop staat op een bar midden in de woonkamer en terwijl hij werkt wordt hij omringd door gitaren. “En natuurlijk door mijn vriendin, ons zoontje en Duuk -de hond, die allemaal verplicht thuis zijn.” vertelt Arjo, als ik hem aan de telefoon heb. “We proberen als gezin ritme in de dag te houden en zijn nu extra blij met Duuk: door hem is er nooit een gebrek aan frisse buitenlucht.”

Arjo geeft aan dat het werken op afstand best even omschakelen is. “Een groot gedeelte bestaat toch uit mensen zíen en spreken, daar moet je andere oplossingen voor vinden. Frits, Gijs, Sid en ik hebben onderling veel contact. Vorige week hebben we al onze experts uitgebreid gesproken en gevraagd hoe het met hen gaat. Of zij tegen zaken aanlopen en wat de stand van zaken is van hun lopende opdracht.”

Je maakt als bedrijf andere communicatiekeuzes, merkt Arjo: “We hebben besloten om onze maandelijkse nieuwsbrief een andere frequentie te geven: we maken nu een wekelijkse update voor onze mensen. Hierin worden de laatste maatregelen, huishoudelijke mededelingen, beschikbaarheid en andere zaken op een rijtje gezet. Daarnaast gebruiken we de groepsapp en andere digitale mogelijkheden. Het gaat op deze manier prima, maar het persoonlijke contact mis ik wel echt!”

Arjo denkt dat de situatie waarin we nu met z’n allen zitten ook kansen biedt. “Ik vind het interessant dat deze crisis blootlegt dat onze maatschappij is overgegaan op individualisme. Vervolgens merk je dat samenwerken en verbinden veel meer oplevert en dat mensen hier toch op teruggrijpen. Dat zie je ook in de samenwerking met collega’s van andere bedrijven onder de koepel van House of Talents: we spelen aanvragen aan elkaar door en zijn nog meer met elkaar betrokken. Dat is een van de mooie dingen die tegenspoed oplevert. Dit laatste valt bij ons onder de term IT Test Talentssitiviteit.”