Low-code tools als basis voor testautomatisering

Low-code als manier van softwareontwikkeling neemt een grote vlucht. Hiermee wordt het bijbehorende testen veel dynamischer. Dat vindt ook Klaas Zwaan, die op dit moment als testexpert werkzaam is bij DICTU.

Voorliefde voor testen

Klaas, nu ruim 5 jaar werkzaam bij IT Test Talents, heeft een voorliefde voor testen. Hij startte in de automatisering als Cobol programmeur maar groeide door als testspecialist. Een rol die hij veel vindt lijken op die van informatieanalist, een functie die hij ook vervulde. “Omdat ze allebei met de functionele aspecten van software te maken hebben. Dat software functioneel doet wat het zou moeten doen, heeft altijd mijn interesse gehad, ook toen ik nog programmeerde.”, vertelt Klaas.

Klaas kwam bij toeval in rol van testspecialist terecht. Als informatieanalist, gedetacheerd bij ING, moest hij invallen als tester. “Aan de voorkant beschreef ik wat een systeem moest gaan doen, dus was het logisch om uiteindelijk als tester te kijken of de software functioneel deed wat het zou moeten doen.”

De opkomst van testautomatisering

Klaas werkte altijd vooral als functioneel tester, waarbij hij handmatig testte. Maar testautomatisering neemt een steeds grotere hap uit de taart van het testen. Dat doet hij nu dan ook bij DICTU. “Je drukt bijvoorbeeld één keer per week op een knop en aan het eind van de dag weet je of bestaande software nog steeds doet wat het moet doen. Dan kun je zelf verder met testen of de nieuwe software functioneel goed werkt”.

Omdat geautomatiseerd testen steeds populairder wordt, besloot Klaas om zich te verdiepen in low-code tools. Via IT Test Talents kreeg hij de mogelijkheid om zich te certificeren voor PEGA en TOSCA. PEGA is een low-code tool voor het ontwikkelen van software en TOSCA is de tool die daarbij aansluit om te testen. Het voordeel van PEGA is dat je nauwelijks code hoeft te programmeren maar dat je via blokjes de software in elkaar klikt en daarmee de code genereert. TOSCA als tool scant die code en zorgt dat je in een paar klikken een geautomatiseerd testscript bouwt wat je keer op keer weer kunt aanroepen.

Geen kennis van programmeren nodig

“Het voordeel van PEGA is dat je snel een prototype kunt bouwen en die aan bijvoorbeeld een gebruikersgroep kunt laten zien. Je hebt dus snel resultaat. Het voordeel van TOSCA is dat je er geen ontwikkelkennis voor hoeft te hebben, maar maakt het wel wat gemakkelijker. Andere testtools vereisen juist veel kennis van programmeren. Dan gaan toch de mensen die kunnen programmeren, de ontwikkelaars, de testtool bouwen. En ontwikkelaars kijken nu eenmaal anders naar software dan testers.”, vindt Klaas.

Testautomatisering bij DICTU

Met de certificaten op zak werd hij voorgesteld bij DICTU. Hier ondersteunt hij één van de teams die bezig zijn voor het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). Mensen die te maken hebben met aardbevingsschade kunnen via het systeem een verzoek doen voor schadevergoeding. Samen met een andere testspecialist ondersteunt hij een team van 6 ontwikkelaars. Best pittig dus. “Ik ontwikkel daar nu de testautomatisering voor met TOSCA. Ik durf te stellen dat wij op dit moment het enige team zijn binnen het IMG die nu een goed draaiende automatische regressietest hebben.”

Hoewel Klaas erg enthousiast is over de tools, heeft hij soms nog wat moeite om anderen daarvan te overtuigen. “TOSCA is een prachtige tool als je weet hoe het werkt. Je moet wel je weg weten te vinden, zeker in combinatie met PEGA. Ik roep continu dat we dankzij TOSCA een goed draaiende automatische regressietestset hebben. Uiteindelijk is TOSCA een hele goeie tool om testautomatisering op poten te zetten.”